Taakwiel kids tekst school Stap 1 van 13 7% formuliertitelWelkom bij deze tekstlijst van het Taakwiel. Je krijgt steeds een korte uitleg over een executieve functie met enkele vragen, vanuit het perspectief van de leerling. Probeer daarmee zoveel mogelijk informatie te geven. Je kunt ook voorbeelden geven die duidelijk maken wat je bedoelt. Druk op de knop volgende om verder te gaan. Veel succes.Beste ouder(s)/verzorger(s), Welkom bij deze tekstlijst van het Taakwiel.Met deze lijst krijgen we samen meer inzicht in de aanpak van taken van uw kind. Je krijgt steeds een korte uitleg over een executieve functie met enkele vragen. De vragen geven wat richting en daarmee krijg je mogelijk een beter idee waar het om gaat. De teksten zijn opgesteld vanuit het perspectief van een kind. Probeer daarmee zoveel mogelijk informatie te geven. Je kunt ook voorbeelden geven die duidelijk maken wat je bedoelt. Druk op de knop volgende om verder te gaan. Veel succes.Hoi, Fijn dat je deze lijst bij het Taakwiel in gaat vullen. Je krijgt steeds uitleg over een functie met enkele vragen. Lees dat goed. Vertel dan wat er bij jou goed gaat en wat minder goed. Schrijf alles op wat je kunt bedenken. Druk op de knop volgende om verder te gaan. Veel succes.GroepKies een groepSelect1334547BGroep 1/2Groep 1aGroep 2groep 3-4 ilonkaGroep 3/4Groep 3agroep 5Groep 5/6Groep 6groep 67Groep 6bgroep 7aGroep 7BGroep6BGroep8hb groep 1hb groep 2hb groep 3Hubertus groep 7 2020IKC de AkkerMaatwerkgroepMijn 2e groepmijn groepjeMijn leukste groepOnderzoek School B groep 4/7Plusklas 56Prisma SpectrumRT bij EllenRT Praktijk BerkelTesttest groep 1Topklas OBS 't HoutLeerlingSelectGeboortedatumSelectVoornaamSelectAchternaamSelectIngevuld doorLeerkrachtOudersLeerlingInvullerLeerkrachtOudersLeerling BouwenAls Noud aan een taakje begint kijkt hij eerst heel goed wat hij moet doen om ‘KLAAR’ te zijn met de taak. Als Noud dan precies weet wat hij moet doen, doet hij dat heel goed na elkaar. Wat komt eerst en wat komt dan? Noud bouwt zijn taak goed op. Vragen: -Ligt alles heel netjes als je aan een taak werkt? -Kun je alles wat je nodig hebt voor een taak makkelijk vinden? -Kun je een taak makkelijk in stukken verdelenSchrijf op hoe Bouwen bij jou gaat. NadenkenVoordat Tijn begint met een taak denkt hij goed na over het doel van de taak. Waarom moet Tijn deze taak doen? Wat leert Tijn ervan? Wat moet Tijn kunnen om de taak te maken? Als hij zo nadenkt over de taak, komt Tijn erachter hoe hij de taak het beste aan kan pakken. Als Tijn bezig is met de taak en ook als hij al klaar is bedenkt hij wat goed ging en wat hij volgende keer beter kan doen. Hij leert dan van de taak. Vragen: -Denk je altijd goed na over wat er moet gebeuren voor je begint aan een taak? -Denk je aan wat er goed ging als je klaar bent met een taak? -Wil je steeds precies weten hoe je een taak moet doen of begin je liever snel en je ontdekt dan hoe het moet? Schrijf op hoe Nadenken bij jou gaat. Tijd Tijn vraagt zich af hoe lang hij over deze taak doet? Dat doet hij iedere keer als hij weet hoe hij de taak kan doen. Als Tijn bezig is met de taak bedenkt hij of hij op tijd klaar kan zijn. En als Tijn denkt dat hij er te lang over doet gaat hij sneller werken of probeert hij het anders te doen. Dan is Tijn toch op tijd klaar. Vragen: -Ben je op tijd klaar met een taak? -Houd je de tijd in de gaten als je werkt aan een taak? -Weet je al snel of je op tijd klaar zult zijn met een taak?Schrijf op hoe Tijd bij jou gaat. Starten Mariet weet hoe ze een taak kan doen en begint dan meteen. Ze zoekt alle spullen bij elkaar die ze nodig heeft en start met werken. Als Mariet nog niet kan starten, vraagt ze zich af wat ze dan nodig heeft. Dat zoekt ze dan snel bij elkaar om aan de gang te gaan. Mariet wil altijd snel beginnen. Vragen: -Begin je meteen aan een taak als je weet wat je moet doen? -Heb je de spullen voor een taak al snel klaar liggen om te beginnen? -Vind je het leuk om aan een nieuwe opdracht te werken?Schrijf op hoe Starten bij jou gaat. Stappen Om te zorgen dat de taak ‘KLAAR’ is moet Samira alle stappen gedaan hebben. Samira weet heel goed welke stappen ze moet zetten. Wat komt eerst en wat komt dan? Als Samira een stap klaar heeft, gaat ze snel verder met de volgende stap. Vragen: -Eerst dit dan dat bij een taak. Vind je dat makkelijk? -Probeer je een taak in een andere volgorde als het nog niet lukt? -Bedenk je helemaal zelf hoe je een taak gaat doen?Schrijf op hoe Stappen bij jou gaat. Doorzetten Voor de taak moet Samira veel stappen zetten. Samira is bij een stap die niet zo goed lukt. Ze probeert, maar het lukt nog niet. “Hou vol Samira, probeer het nog een keer!” Samira is een echte doorzetter, want het lukt haar. Ze kan echt doorzetten en zo een taak te maken. Vragen: -Ben je bezig met je taak en niet met alles om je heen? -Werk je altijd hard door tot de taak helemaal af is? -Vind je hard werken fijn om te doen?Schrijf op hoe Doorzetten bij jou gaat. Stoppen Er roept iemand door de klas en er valt een potlood. Het digibord zoemt de hele tijd. Door die prikkels kan Alma heel even niet kunt werken. Maar Alma kan die prikkels stoppen. Ze doen haar niks meer. Alma gaat gewoon door met werken. Vragen -Hoor of zie je niet hoe de andere kinderen werken als je aan een taak werkt? -Let je op als het potlood van een kind in jouw buurt valt of werk je gewoon door? -Denk je aan andere dingen als je aan een taak werkt? Schrijf op hoe Stoppen bij jou gaat. Veranderen Dorien werkt aan een taak en het niet lukt om het voor elkaar te krijgen. Dorien heeft het al drie keer geprobeerd. Dus gaat Dorien veranderen. Dorien gaat het dan op een andere manier doen. Dorien kan dat en is dus heel flexibel. Ze kan iets op een andere manier doen als dat nodig is. Vragen -Verander je jouw aanpak meteen als je iets verkeerd doet bij een taak? -Vind je het fijn als de juf of meester zegt dat een taak anders moet? -Is het makkelijk om even te stoppen met een taak om naar de juf of meester te luisteren en dan weer verder te gaan? Schrijf op hoe Veranderen bij jou gaat. Opletten Als Noud aan een taak werkt is het nodig om goed op te letten. Noud let op wat hij doet en hoe hoe hij het doet. Noud wil dat de taak klaar is en daarom moet hij zijn hoofd erbij houden tot het einde van de taak.Hij moet op blijven letten. Vragen -Merk je heel snel dat je iets verkeerd doet bij een taak? -Ben je met niets anders bezig als je werkt aan een taak? -Werk je door aan een taak totdat die af is? Schrijf op hoe Opletten bij jou gaat. Onthouden De taak is uitgelegd. Het is wel veel. Tijn bedenkt wat hij moet doen. Tijn zegt alles nog een keer zachtjes voor zichzelf. Als Tijd aan het werk is weet hij alles nog. Tijn heeft alles onthouden. Tijn moet een som uit zijn hoofd uitrekenen. Het is een moeilijke som en Tijn moet tussendoor een getal onthouden. Tijn is goed in het onthouden. Vragen -Onthoud je bij een opdracht precies wat je moet doen? -Kun je een antwoord van een som goed onthouden om weer mee verder te rekenen? -Onthoud je de opdracht van de juf of meester meteen of wil je die graag twee keer horen? Schrijf op hoe Onthouden bij jou gaat. Goed voelen Noud denkt aan iets anders. Toch gaat Noud steeds weer verder met de taak. “Knap hoor, Noud” Noud kan even nergens aan denken en weer gewoon verder werken. Hij voelt zich goed als hij aan een taak werkt. Vragen -Vind je het niet erg om fouten te maken bij het werken aan een taak? -Vind je het belangrijk om te weten hoe andere kinderen een taak maken? -Werk je graag aan taken in de klas? Schrijf op hoe Goed voelen bij jou gaat. OpmerkingenJe bent klaar met invullen van deze vragenlijst. Klik nu op de knop [Versturen]PhoneDit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd. Dit iframe bevat de vereiste logica om Ajax aangedreven Gravity Forms te verwerken.